Het principe van programmeren is om de wensen van de klant om te zetten in werkbare programma’s. Manu is één van de medewerkers die daar dagelijks bij GSD mee bezig is. We lopen een dagje met haar mee om te kijken hoe een gemiddelde dag van een programmeur eruitziet.
“Wil je alles van mijn dag weten?”, vraagt Manu met enige reserve. “Oké, om half zeven gaat het alarm af en dat probeer ik meestal tot zeven uur te negeren. Rond kwart voor acht fiets ik naar kantoor. Wanneer alle collega’s binnen zijn, houden we de dagelijkse ‘stand-up’. Nee, dan vertellen we niet allemaal een grap maar dan geeft iedereen aan waar hij/zij mee bezig is, welke oplossingen bedacht zijn en waar hulp bij nodig is. We doen dit nu een paar maanden en het is echt heel fijn; je weet welke projecten lopen en waar je een collega bij kunt ondersteunen. Je kunt leren van de ervaring van anderen en die ervaring gebruiken voor je eigen werk.”
“Normaal gesproken zit ik elke werkdag gewoon op kantoor, maar op vrijdag – eens in de twee weken – ga ik naar VDL Containersystemen. Daar heb ik, voordat ik bij GSD begon, zelf gewerkt. Toen was het mijn taak om de programmeur te vertellen wat het werk makkelijker, beter of sneller zou kunnen maken. Nu ben ik zelf de programmeur en wordt mij gevraagd de systemen aan te passen zodat ze makkelijker, beter of sneller worden. Soms kan ik dat op locatie doen, als het een kleine aanpassing is.”
Achter haar computer schrijft Manu de codes waardoor het programma aangepast wordt en de klanten van VDL Containersystemen makkelijk kunnen bestellen, hun aftersales kunnen regelen en kunnen vertrouwen op de service die aangeboden wordt. “Er zijn klanten die onderdelen willen bestellen voor onder andere de haakarmen die de containers op moeten pakken. Door het bestelprogramma in te richten zoals we gedaan hebben, maken we het voor de klanten van VDL gemakkelijker om onderdelen te bestellen.”
Manu vindt het prettig dat ze, door haar ervaring, snel begrijpt wat haar contactpersonen – John en Dirk – vragen. “Procesoptimalisatie stopt nooit. Je zou denken dat een programma klaar is als we het afleveren, maar dat is niet zo. Er zijn altijd verbeteringen mogelijk en soms ook nodig. Als een programma operationeel is, komen er juist door het gebruik verbeterpunten naar boven. Tijdens mijn werkbezoeken praten we over het programma en bespreken we wat wenselijk, mogelijk en onmogelijk is. Het is fijn om met de klant mee te kunnen denken en ervoor te zorgen dat zij hun werk zo optimaal mogelijk kunnen blijven doen.”
De feedback die Manu ophaalt bij haar klant neemt ze mee terug naar kantoor om gedurende de week aan verder te werken. “Dat doe ik pas weer op maandag want als ik klaar ben met mijn gesprek, meestal rond 15.00 uur, begint mijn weekend. Maar niet voordat ik een rondje door de fabriek heb gelopen om even mijn oud-collega’s en mijn man Laurenz te hebben begroet. Hij moet dan altijd nog een paar uurtjes werken. Ik vind het leuk om alvast ‘Prettig weekend!’ te roepen. Dat grapje komt elke twee weken terug.”
Liever teruggebeld worden?